Problemen bij de inning van schulden door de Belastingdienst kunnen pas met de invoering van een vereenvoudigde wettelijke regeling aangepakt worden.
Dat schrijft staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes dinsdag in een Kamerbrief. Aanbevelingen van de Nationale ombudsman zijn volgens de bewindsman nu nog niet uitvoerbaar.
Wiebes reageert daarmee op eerdere opmerkingen van ombudsman Frank van Dooren. Die uitte eerder zijn zorgen over de toepassing van de zogenoemde beslagvrije voet bij de dwangverrekening van toeslagen.
Van Dooren riep Wiebes op geen geld meer in te laten houden op toeslagen van gezinnen met lage inkomens en schulden. Deze groep zou de huur- en zorgtoeslag en het kindgebonden budget hard nodig hebben om hun maandelijkse lasten te kunnen betalen.
De beslagvrije voet is een bedrag dat bedoeld is voor het minimale levensonderhoud. Daarop mag een schuldeiser geen beslag leggen. Volgens de ombudsman stellen overheidsinstanties de beslagvrije voet nogal eens te laag vast, waardoor mensen met schulden te weinig geld overhouden om rond te kunnen komen.
Vereenvoudiging
Het kabinet is al van plan de uitvoering van de beslagvrije voet te vereenvoudigen om mensen beter te beschermen. Hoewel Wiebes denkt dat de aanbevelingen van de ombudsman de situatie voor schuldenaren zouden kunnen verbeteren, ziet hij "pas met de nieuwe vereenvoudigde wettelijke regeling de kans om de geconstateerde knelpunten aan te pakken".
Hij benadrukt hoe ingewikkeld het is voor de Belastingdienst om volgens de huidige regels rekening te houden met de beslagvrije voet. Zo kan de Belastingdienst bij dwangverrekeningen geen rekening houden met een inkomensgrens of andere criteria zoals het bestaan van een lopende betalingsregeling.
"Hoe wenselijk de suggesties van de Nationale ombudsman ook zijn voor schuldenaren, de systemen zijn er niet op ingericht om deze suggestie toe te kunnen passen", schrijft de staatssecretaris.
Geen onderscheid
De Belastingdienst kan bij het verrekeningsproces geen onderscheid maken op basis van het actuele inkomen van schuldenaren. "De verrekeningsapplicatie kan helaas geen rekening houden met de persoonlijke financiële omstandigheden van betrokkenen. Bovendien is het actuele inkomen van belastingplichtigen niet bekend bij de Belastingdienst."
De gegevens waar de fiscus over beschikt, lopen ongeveer twee maanden achter. En bovendien zijn dat geen gegevens over het netto-inkomen die eigenlijk nodig zijn om de beslagvrije voet vast te stellen.
Wat de Belastingdienst al wel kan doen, is de schuldenaar informeren over de verrekening en hem in de gelegenheid stellen zelf informatie te verstrekken.
Die informatie kan ervoor zorgen dat de Belastingdienst de verrekening herziet en dat ook met terugwerkende kracht doet. Maar alleen als blijkt dat de schuldenaar er niets aan kon doen dat hij eerder niet heeft gereageerd op berichten over de verrekening.
Bron: Nu.nl